DE ENGELSE COCKER SPANIEL:

De Cocker Spaniel is een vrolijke, intelligente en aanhankelijke hond.
Zijn blik is zachtmoedig en hij is altijd enthousiast met een staart die steeds in beweging is.
Dat het een vrolijke hond is, is zelfs opgenomen in de rasstandaard.
Daarom is het een gezellige huisgenoot of je nu in een dorp of in een 
stad woont, mits hij maar voldoende lichaamsbeweging krijgt. 
Verder hebben ze een uitstekende neus en dat merk je tijdens het 
uitlaten. Voor de Cocker is dat dan ook ideaal om zijn reukorgaan te gebruiken. 
Overal snuffelt hij aan. 
Daarom is hij erg graag in de bossen, maar het is van oorsprong natuurlijk 
een jachthond. Er zijn verschillende kleuren bij dit ras. Zoals rood,zwart, 
en bruin. Black en tan, bruin met tan maar ook blauwschimmel, zwart-wit,
rood-wit, en driekleur. Zelf hebben wij een driekleur
Het schijnt dat de éénkleurigen wat eigenwijzer zijn, maar daar 
heb ik zelf geen ervaring mee, omdat onze vorige Cocker ook een
driekleur was.
Eens een Cocker altijd een Cocker!

 

 

Verschillende kleuren op een rij

 

Hier nog met een gecoupeerde staart

 

Vergelijk met de foto hieronder. Persoonlijk vind ik nu met een staart veel mooier
    Vroeger wist je niet beter. Tijdens het lopen danst de staart zo mooi heen en weer. 
Met dat korte stompje kon je dat niet zien. En waarom zo'n mooie staart eraf?
Gelukkig nu niet meer!

 

 

 

ALGEMEEN: 
De Engelse Cocker Spaniel is een vrij compact en harmonieus gebouwde hond. Het lichaam is kort met een diepe, maar niet te brede borst.
Hetzelfde gemeten van de schouderpunten tot de grond als van de schouderpunten tot de staart. Een matig lange en gespierde
hals, geen keelhuid. De ribben zijn goed gewelfd. De rug is kort en loopt naar achteren iets af. Verder zijn de benen vrij kort met sterk bot. 

KLEUR:
Vele kleurschakeringen zijn toegestaan, zowel eenkleurig als bont. Er mag bij effen gekleurde vachten geen wit voorkomen, behalve een kleine vlek op de borst.

HOOFD EN SCHEDEL: 
Het hoofd heeft een niet te brede en te lange schedel met vierkante snuit met duidelijke stop. De stop ligt halverwege de
neus en de achterhoofdsknobbel. De schedel is niet te grof of te fijn. Voldoende brede neus. De ogen zijn hazelnootkleurig of bruin, met een zachte uitdrukking. Lobvormige, lange en hangende oren en een volledig schaargebit.

STAART: 
Vanaf September 2001 verboden te couperen. De staart is iets lager geplaatst dan de ruglijn en wordt in het verlengde hiervan gedragen.

VOETEN: 
Kattevoeten met dikke voetzolen.

BEHARING: 
Lang, glad zijdeachtig, met bevedering. Korter op het hoofd en de voorkant van de benen.

SCHOFTHOOGTE: 
Reu: ongeveer 38.5 - 40 cm, Teef: 37.5 - 38.5 cm.

 

 

 

Nogmaals een vergelijk